-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Singer-songwriter-festival Naked Song had gisteren in het Eindhovense Muziekgebouw voor elk wat wils op het programma, grote namen als headliners, jonge talenten en oude rotten op in totaal 6 podia. Wij kozen voor de optredens in Meneer Frits, waar Theo Sieben een mooie verrassing bleek en Meschiya Lake een heerlijk swingende uitsmijter was.

Vooraf had ik ook graag alle optredens van de diverse Broeders van het Zuiden op het dakterras gezien, helaas lukt me dat niet door de flinke overlap met het programma in Meneer Frits. Door presentator Hans d'Olivat worden ze ook wel omschreven als salonboeren, jongens die van het platteland naar een kamertje drie hoog achter in de stad zijn vertrokken om daar het boerenleven te gaan bezingen. Het is een leuke benadering van wat André van den Boogaart, Mathijs Leeuwis, Ruud van den Boogaard en Jeroen Kant doen, maar dekt de lading toch niet helemaal. Van de eerste van het stel krijg ik het idee dat ie ondanks het zonnetje toch nog wat moet opwarmen om zijn intense uitvoeringen het beste voor het voetlicht te brengen, de rest moet ik aan me voorbij laten gaan. Vervolgens heeft Dylan Sneed het moeilijk op de Effenaar Stage, dat ligt niet zozeer aan hem (afgelopen maandag bij SiSo City in Meneer Frits gaf hij nog een erg sterk voorproefje van zijn kwaliteiten), maar wel aan het feit dat de deuren van de grote zaal openstaan, waardoor er flink wat geluidsoverlast ontstaat, en wie achteraan staat bij Sneed kan sowieso amper horen wat hij doet. Erg jammer, deze sympathieke singer-songwriter uit Texas had meer verdiend.

Om 6 uur begint het programma in Meneer Frits en gelijk is het raak. Theo Sieben speelt samen met zijn vrouw Judith Kolen sterke liedjes, geïnspireerd door oude Amerikaanse folk en bluegrass. Hij speelt diverse gitaren, zij viool, banjo en gourd. Er komen eigen nummers aan bod maar ook mooie klassiekers zoals Bowling Green, dat ik onder meer ken van de heldere stemmen van de Kossoy Sisters (van de gelijknamige elpee uit 1956), maar hier door Theo gezongen wordt in zijn karakteristieke zachthese stem, waarmee hij niet echt de hoogte in kan maar waar wel volop gevoel uit spreekt.

Theo Sieben en Judith Kolen

Bij het zien van Hayward Williams denk je aan een studentikoos hip type, met baardje en bril, maar daaronder gaat een man schuil die met een wel heel fijne donkere stem zijn liedjes ten gehore brengt en graag contact zoekt met het publiek. Als zijn theelichtje op het podium uitgaat vraagt hij of hij er een van de tafel vooraan mag pakken, en we mogen kiezen: "Do you want a sad song or a spooky, scary one?", nou ja eigenlijk allebei, zelf kiest hij dan voor Dead Wood Calm, een prachtige ballade van zijn jongste album Haymaker. De drie kwartier die hem zijn toebedeeld zijn om voordat je het weet en dan is het helaas te laat om nog wat te kunnen zien van Ron Sexsmith, die in een bomvolle kleine zaal zit te spelen.

Hayward Williams

Williams bespeelt overigens de akoestische gitaar van Jeffrey Foucault, aan wiens degelijke songs hij een tijdje later extra cachet weet te geven op elektrische gitaar, keyboard en vleugel. Foucault is een man die al jaren een constante factor is in het americana-wereldje, wat ie doet doet ie goed en met Williams (die ook op het jongste album Cavalcade van Foucault's band Cold Satellite meespeelt) samen blijkt daar toch nog een schepje bovenop te kunnen.

Jeffrey Foucault

Naked Song bestaat allang niet meer uit enkel mannen met gitaar en de liedjes zijn ook lang niet altijd ingetogen, ook niet in Meneer Frits, waar Ad van Meurs zijn vaste bandleden Stephan Jankowski (gitaar) en Theo Wijdeven (bas, voor de kenners: deze avond heeft ie een Fender uit de vroege jaren '60 meegenomen) en Ankie Keultjes (zang, voor even niet achter de geluidstafel, waar ze de rest van het festival uitstekend werk levert), voor de gelegenheid heeft aangevuld met accordeoniste Sophie Cavez en op drums zijn oude Watchman-maat Eric van de Lest, die allebei bereid bleken om zijn Nederlandstalige repertoire in te studeren. Een lekker optreden om bij te komen van Williams en te ontspannen voor Foucault.

Ad van Meurs & band

Zoals gebruikelijk is er in Meneer Frits ook dit jaar weer een lekkere uitsmijter om het festival af te sluiten, dit jaar is dat Meschiya Lake. Geen gewone americana of folk, maar swingende New Orleans-klanken waarbij een enkel paar graag een dansje onderneemt, maar ook  het zittende publiek deint graag mee op de levendige muziek van The Little Big Horns die de getatoeëerde dame begeleiden. Een expressieve drummer (Mike Voelker) die subtiel maar dynamisch ondersteunt, een relaxte trompettist (Kevin Louis, die niet op de cd's meespeelt) die hier en daar ook percussie verzorgt op koebellen of tamboerijn, en natuurlijk het kenmerkende sousafoon-geluid van Jason Jurzak mengen zich lekker door de zang van Meschiya, die eerst Meneer Frits min of meer omtovert in een jazzclub om vervolgens het tempo op te stuwen tot heerlijk pakkende New Orleans swing (of hoe die jazz-vorm ook mag heten). Van Bessie Smith tot Doris Day en eigengeschreven repertoire vormen een prima uitlaatklep voor het publiek dat nog even wil ontspannen na alle opgedane indrukken van de dag. Samenvattend kende Naked Song 2013 weinig echte verrassingen, maar kon eenieder wel zijn eigen krenten uit de pap vissen.

Meschiya Lake & The Little Big Horns

Meer foto's van Naked Song vind je op de site van Ronald Rietman.