Met The Fureys op tournee

-door Kim-

Als vriendin van een van de bandleden van The Fureys ben ik dit jaar voor de tweede keer met de band meegereisd op hun tournee door Nederland.

We zagen kleine zalen, grote zalen, concertzalen en plaatselijke koffiezalen voorbij komen, net wat er voorhanden was in de plaatsen waar er opgetreden werd. Voor mij een uitgelezen kans om verre vrienden weer eens te ontmoeten, net nu mijn emigratie naar Ierland voor de deur staat. Ik ken de band en haar leden al een tijdje, de meeste zelfs al sinds ik tien jaar geleden als uitwisselingsstudent voor een half jaar naar Ierland vertrok, met mijn gitaar op mijn rug.

Als ik in Ierland ben en er zijn toevallig optredens van de band dan reis ik ook vaak mee, zo zie ik ook heel duidelijk het verschil in bekendheid van de Fureybroers in beide landen: in Ierland kent iedereen ze, of je nu met traditionele Ierse muziek bent opgegroeid of niet: The Fureys zijn een begrip! In Nederland zijn ze echter voornamelijk bekend bij folkliefhebbers.

Eddie en George Furey toverden weer een scala aan moppen en verhalen tevoorschijn, waar soms wel en soms niet op gereageerd werd door de zaal. Vaak werd dan aan mij na een optreden gevraagd of men het niet had kunnen verstaan of dat men het niet had begrepen omdat er “slang” (straattaal) in gebruikt werd. Daar waarvan ik zeker wist dat het om bij Nederlanders onbekende straattaal-woorden ging hebben George en Eddie besloten om de moppen of verhalen aan te passen of te vervangen. Daarnaast probeerden ze telkens om wat langzamer te praten, wat niet altijd even goed lukte. (Wat weer een grap van George opleverde in Sevenum:”We praatten ooit eens zo langzaam, dat we bijna stopten”)

Een erg leuk moment was in Den Oever, waar de rookmachine even wat vraagtekens opriep bij de band. (“Is er ergens brand, of…?”). Toen eenmaal duidelijk was dat het om een rookmachine ging die plotseling het hele toneel onder rook zette kwam de onvermijdelijke opmerking van George:”Do you know that song: Smoke gets in your eyes?

De optredens in Nederland verschilden qua songkeuze niet zoveel als die in Ierland. Een greep uit de gespeelde en door George of Eddie gezongen ballads, met stemmen die zelfs na 26 jaar “on the road” nog geweldig uit de verf komen: “It’s a long way from Clare to here”, “The old man”, “Her father didn’t like me anyway”, “Steal away”, “May we all someday meet again”, “The grand affair”, “I will love you”, “Lonesome boatman”, “First leaves of autumn”, “Absent friends”, “Good to see you”, “Sweet sixteen” ,“Red rose cafe” en “Green fields of France”.

Vooral tijdens de nummers “The old man” (ooit geschreven als een ode aan hun vader), “Absent friends” (opgedragen aan hun overleden broer Paul, en tevens aan de overleden bassist Derek McCormack) en “Green fields of France” kon je in elke zaal een speld horen vallen.

Dit in tegenstelling tot het nummer “The Red Rose Cafe”, waarvan de band het nog steeds prachtig vindt dat in Nederland een andere versie wordt meegezongen! (Ze hebben het zelf ooit eens in het Nederlands geprobeerd, maar dat was geen succes.)

Helaas ging er met de apparatuur ook nog wel eens iets mis, waardoor het Charlie Chaplin-nummer “Sing a song” na het optreden in Ten Boer niet meer gedaan werd, omdat de band er niet zeker van was dat de apparatuur niet wéér zou gaan opspelen.

De ballads werden doorspekt met hier en daar een sterke “Irish tunes-session” door banjospeler Stephen Leech (die door zijn snelle dynamische spel zelf inmiddels ook al een legende aan het worden is) en accordeonist Monty Mooney (die als bijnaam “the Savage” heeft gekregen omdat hij zo een is met zijn instrument, en er als zodanig ook alles mee kan). Bassist Luke Crowley pakte gelukkig bij een van de “tunes-sessions” ook even de tin whistle, want hij is een meester op dit instrument! Hij speelt in het dagelijks leven in de band “The Dublin Roages”, en valt regelmatig in bij “The Dublin City Ramblers”.

Memorabel voor deze laatste drie muzikanten was de afterparty na het Celtic Music Festival, zaterdagnacht in Hard Times in Vlaardingen. Ik heb Stephen, Monty en Luke beloofd om in ieder geval te vermelden dat zij zeer onder de indruk waren van “that fiddleplayer” (na enig speurwerk mijnerzijds ben ik ervan overtuigd dat zij hiermee Theo Wentink van de band Cloghane bedoelen) die hun tempo schijnbaar moeiteloos kon bijbenen, als ook van “that woman on the whistle” (ook hier volgens mij weer een Cloghane-lid: Ellen Lagerwerf). Samen met enkele leden van de Terry Woodsband (die elkaar onderling goed kennen uit het muziekcircuit in Ierland) alsmede de gitarist en bouzoukispeler van (volgens mij) de band Kilshannig, én een bodhrán-speler die ik niet heb kunnen traceren, is er gezorgd voor enkele uren van geweldige Ierse muziek: beginnend met enkele prachtige ballads, waarvan een gezongen door Sinéad Dempsey (prachtige stem), ook weer van Cloghane, en eindigend in een stomende tunes-sessie, die veel later dan mocht van de vergunning afgebroken moest worden!

De eigenaars van de banjo en de accordeon worden bij deze nogmaals bedankt voor het uitlenen ervan!

Na wederom een tijd met de band “on the road” te hebben doorgebracht kan ik wel zeggen dat het op tournee zijn heel hard werken is, met heel weinig vrije tijd. Ik hoor vaker van mensen dat het toch een fantastisch leven moet zijn en dat je op deze manier wel veel van de wereld ziet, maar heel eerlijk gezegd: veel meer dan het hotel en de zaal waar je optreedt zie je niet, want tussen het reizen, podium opbouwen en soundchecken door is er nauwelijks tijd voor iets anders. Desalniettemin heeft iedereen een geweldige tijd gehad, al was het alleen maar om de vele zeer aardige en leuke mensen die we ontmoet hebben onderweg.