-door Mirjam Adriaans, foto’s Ronald Rietman-
Hoe ze de weergoden hebben omgekocht weet ik niet, maar na een enorme plensdag (Maastricht had 50 mm neerslag) scheen de zon volop op het mooie terrein van Nonke Buusjke in het Zuid-Limburgse Schinveld waar het Triskell Festival werd gehouden. Als vanouds waren er de goede sfeer, vriendelijke vrijwilligers en een paar prachtige optredens van onder meer Raquel Gigot, Naragonia Quartet en Masure-McGalligan.

Openluchtmuseum Nonke Buusjke ligt midden in de bossen bij Schinveld en is niet voor iedereen makkelijk te vinden. Gelukkig heeft de Triskell-organisatie eraan gedacht om bordjes met pijlen en aanwijzingen op te hangen. Bij aankomst (met een hartelijke ontvangst door organisatoren Paul en Fietje Baten die druk bezig zijn met wat klusjes zoals het ontvangen van artiesten of nog even kassadienst voordat een vrijwilliger dat gaat overnemen) valt direct de mooie locatie op die hier tussen het groen verscholen ligt. We zien een plein met kleine vakwerkhuisjes, er hangen halsters aan een muur en in de winkel waar we bonnen (tegen bijzonder schappelijke prijzen) kunnen kopen ziet het eruit als honderd jaar geleden. Het blijkt hier te gaan om een geheel gerestaureerde vakwerkboerderij van rond de vorige eeuwwisseling met bijbehorende gebouwen. Er is ook een kruidentuin en aan de andere kant van het pad zien we onder meer rabarber en opgebonden bonen in een moestuin. Het hoofdpodium is op het plein, achter de tuintjes is een grasveld waar theatertent Fritz staat met een podium en in het Thei Berkershoes (genoemd naar de man achter Nonke Buusjke) zijn ook nog een paar optredens gepland.

De sfeervolle binnenplaats van Nonke Buusjke
De sfeervolle binnenplaats van Nonke Buusjke

En dat werd de hoogste tijd, zoals het thema van het festival luidt, want het laatste Triskell Festival dateert al van vijf jaar geleden. Toen in Heerlen, eerder in Merkelbeek en nu dus op weer een andere locatie. Wat hetzelfde is gebleven is de muzikale diversiteit, van singer-songwriter tot Ierse folk en van Amerikaanse roots naar musette en balfolk, het is op deze editie allemaal te horen.

De Cooder Connection trapt de dag af in theatertent Fritz. Het duo bestaat uit gitarist Pieter Vermeulen (o.a. Rowwen Hèze, Volumia) en Angelo Bombrini (akoestische gitaar, accordeon) die heel ontspannen klassiekers (uit het repertoire) van Ry Cooder ten gehore brengen en vermakelijk vertellen over live concerten van hem, Flaco Jimenez of de problemen van de ouder wordende man. Er komt zelfs een vleugje Woody Guthrie voorbij met Do Re Mi en ach, het moet toch gemoedelijk zijn hier dus we mogen toch best wat uitlopen? Nou ja, voor afsluiter Goodnight Irene willen we best even blijven zitten.

The Cooder Connection
The Cooder Connection

De Belgen van Snakes In Exile maken het gelijk oergezellig met hun versie van de traditional Yarmouth Town en een drinklied, maar overtuigen vooral met een blokje heerlijke a capella liedjes, waarbij ze er af en toe een instrument bij ‘foefelen’. Voor het merendeel horen we bekende stukken, waaronder The Wellerman dat tijdens de voorbije pandemie wereldwijd beroemd werd door de versie van een postbode uit Engeland, maar de groep weet ook raad met enkele eigen composities die overigens goed passen in het verder traditionele repertoire.

Snakes in Exile
Snakes in Exile

Eigenlijk staat het duo Solia dan op het programma, maar violiste Aurélie Dorzée moet helaas wegens ziekte verstek laten gaan (vanaf deze plek wensen we haar beterschap!). Accordeoniste Raquel Gigot weet dat gemis uitstekend op te vangen met een solo optreden. Enkele nummers van Solia, maar vooral veel werk uit de geschiedenis van het bal (à la) musette. Bourrees uit de Auvergne, waar invloeden uit Italië bijkomen, een polka of een wals, Gigot brengt het uitermate kundig en met flair. De instrumentalen wisselt ze af met een paar liedjes, waaronder het mooie titelnummer Tous Les Parfums van het album dat twee jaar geleden verscheen, gezongen met een heel licht gerafelde mooie warme stem. Volop genietend blijf ik de hele set zitten en zie dus niets van het gelijktijdige optreden van Gordon Smith.

Raquel Gigot
Raquel Gigot

Skinnie is een singer-songwriter die samen met een kompaan op elektrische gitaar zijn melancholieke liedjes in het Limburgs zingt. En meestal dicht bij huis houdt, dus horen we bijvoorbeeld over de trein van Venlo naar Sittard (Zitterd in goed Limburgs, en moet je dan niet overstappen trouwens?) en eenmaal aangekomen daar is er het terras. Tenslotte is er nog een cover, van provinciegenoot Ton Engels, Cojboy (zónger paerd). Voor niet-Limburgers: dat gaat dus over een cowboy zonder paard.

Skinnie
Skinnie

Vervolgens kies ik voor de klezmer van Kejnahora omdat hotclub en swing (in de tent gespeeld door het Adell Trio) niet echt mijn smaak is en dat betekent zoiets als “laat het boze oog niet op jullie vallen” vertelt violiste Anna Janssen. Met Rob-Marijn Guffens op gitaar reist ze de wereld rond in fijne melodieën uit Moldavië, Oekraïne of Polen en composities van o.a. Andy Statman of Jeff Cardey. Het duo heeft ook nog een jonge Oekraiense gast meegenomen in de vorm van Yeseniia Bosonova die een instrument bespeelt dat je niet zo vaak ziet in deze contreien, de bandura. Een snaarinstrument dat iets wegheeft van een kruising tussen citer en luit en qua klank in de buurt ligt van een cimbalom of hakkebord.

Anna Janssen en Yeseniia Bosonova
Anna Janssen en Yeseniia Bosonova

De afsluiter op het hoofdpodium is Naragonia Quartet en dat is altijd smullen, deze zonnige dag misschien nog wel meer dan anders met een lekker bordje eten erbij van het buffet. Van de composities van Toon Van Mierlo (accordeon, doedelzak) en Pascale Rubens (accordeon, viool), die af en toe met haar zachte warme stem ook nog heel fijn zingt (Tourbillonne blijft een van mijn favorieten), natuurlijk. En van de verhalen, want het paar heeft blijkbaar ooit in zo'n zelfde kleine vakwerkhuisje gewoond als die hier te zien zijn. Maar smikkelen is het vooral ook van de prachtig virtuoze vioolklanken van Luc Pilartz die een wel heel fraaie kleur geeft aan de deuntjes en de bijzonder sterke ritmische ondersteuning op gitaar van Maarten Decombel. Want die twee mannen weten telkens weer een paar zinderende lagen toe te voegen aan de op zich al heerlijke stukken van het duo. Het plein ligt vol gravel, niet echt een goede ondergrond om te dansen, toch wagen diverse mensen zich aan een hanterdro of een jig, die nog best lastig blijkt als je met zijn tweeën bent. En ik vermoed dat er zomaar nog meer dansers zouden zijn geweest als niet gelijktijdig in België het Boombalfestival had plaatsgevonden.

Naragonia Quartet
Naragonia Quartet

Als uitsmijter staat dan nog een duo op het menu, Masure-McGalligan, maar die hebben al gelijk een verrassing meegenomen in de vorm van Siard de Jong (“the best violin player in your country” zo stelt de Ier Aongus McGalligan hem voor). De mannen maken er een ijzersterk muzikaal spektakel van, met af en toe een door Philip Masure gezongen rustpunt, nou ja, dat geldt dan in elk geval voor Nancy Spain, tegen de tijd dat Tipping It Up To Nancy aan bod komt is duidelijk dat ze de tent op zijn kop zetten.

Masure, McGalligan en De Jong
Masure, McGalligan en De Jong

Na afloop toont Paul Baten, die dit mooie kleinschalige Triskell Festival inmiddels al diverse keren samen met zijn vrouw Fietje en een team van vrijwilligers organiseerde, zich een tevreden man. Al hadden er nog wel iets meer bezoekers bij gemogen, maar niet teveel, “als we dit volgend jaar weer doen dan moeten we wel een maximum gaan bepalen, zo anderhalf keer wat er nu is zou mooi zijn.” En hij voegt daaraan toe: “Wat ik het leuke hieraan vind is dat het een muzikantenfestival is. Je ziet dat de muzikanten zich thuis voelen en blijven hangen, en dan gaan ze ook bij elkaar meespelen.”

En dat levert dan mooie kruisbestuivingen op, zo blijkt ook weer als Raquel Gigot (die zich bij Naragonia onder de dansers mengde) nog een paar deuntjes meespeelt met Masure-McGalligan en De Jong. Met name Masure zet haar heel even op het verkeerde been, maar dat laat ze niet op zich zitten, ze pakt hem gelijk muzikaal terug en dat levert een fraaie wisselwerking op die je gelijk naar meer doet verlangen.

Plannen daarvoor zijn er alvast genoeg, Nonke Buusjke is een prachtige locatie waar vaker muzikale activiteiten zijn en wellicht zijn er nog mogelijkheden voor een samenwerking met Merode (een regio net over de grens in België, waar ook heel veel moois plaatsvindt voor folkliefhebbers). We zijn benieuwd.