In het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad verhaalt Twan Geurts over de totstandkoming van de Paeperband, de Venlose variant van Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band. De Beatles hebben het nooit live gedaan, op 3 augustus is het de opening van het Zomerparkfeest in Venlo. Zo'n 70 leden van zes joekskepelle zullen naar het Julianapark trekken om mee te spelen en onder de zangers bevinden zich Arno Adams, Huub Stapel en Dicky Franssen (vroeger van Alquin).

Het begon met een optreden van vijf Venlose muzikanten in het Duitse grensplaatsje Breyel, met Twan Mientjes als tekstschrijver en initiator van het project. Producer Martijn Alsters zegt daarover in de reportage: „Sterke teksten. Hij heeft het metrum maar ook de humor van de Beatles overeind gehouden." Helaas zal Mientjes de uitvoering niet meer meemaken, suikerziekte en een zwak hart werden hem fataal. Zijn weduwe heeft zijn rol als voorzitter overgenomen. Er is geprobeerd zo dicht mogelijk bij het origineel van de Beatles te blijven met instrumenten en versterkers die toen ook gebruikt zijn. Hier enkele citaten:

(...) De zanger breekt zijn tong over de propvolle, snelle zinnen. „Idderein zwerf rond wie Bedoeinen." Het Engelse every en het Venlose idderein pakken ritmisch heel verschillend uit. Een van de lastigste nummers van het hele album, vindt bassist Ben Benders. „Je telt je suf. Een, twee, drie. Een, twee, drie, vier. Een twee, drie vier, vijf."

Het origineel van The Beatles wordt beluisterd, regel voor regel. Producer Alsters haalt de bladmuziek erbij uit The Beatles - Complete Scores. Langzaam komt Dicky Franssen op dreef. Na twintig takes heeft hij het nummer onder de knie. Het refrein klinkt als een mokerslag, veel rauwer dan in de easy, bijna monotone uitvoering van Lennon en McCartney. (...)

(...) Wel is er discussie over de tekst. „Ein kop snert met wors en spek, is dat wel Venloos", vraagt een van de muzikanten zich af. „Een bord is in het Venloos toch eine telder?"
„En snert", vraagt iemand anders, „gebruiken wij dat woord wel?"
Het beste zou zijn eine telder ertesoep. Maar dat levert weer problemen op in het metrum. Het wordt tenslotte eine telder snert met wors en spek. Het Hollandse woord ‘snert' is inmiddels zo ingeburgerd, dat kan wel blijven staan. (...)

(...) Vijf Venlose muzikanten formeerden de Serzjant Paeper's Oeits Haos Sterre Band (‘Ooit Bijna Sterrenband'), kortweg de Paeperband. Ze waren veertigers en vijftigers die elkaar al heel lang kennen, allemaal opgegroeid met The Beatles. Ze gingen op zoek naar de authentieke instrumenten uit de jaren zestig, zoals de Fender Stratocaster waarmee Lennon en George Harrison vanaf 1965 speelden, en die ze onder andere gebruikten in de tijd dat ze Sergeant Pepper opnamen. Ook de versterkers Vox AC-30 en Vox-AC 50 dragen bij aan het authentieke Beatle-geluid. (...)

(...) Als producer George Martin een galm nodig had gebruikte hij daarbij een gigantische metalen plaat van twee bij drie meter. Alsters: „Nu kan ik met de computer een zangstem ontelbare galm-effecten geven. The Beatles zijn niet heilig, maar we wilden dat originele geluid intact laten. Ze zingen heel hoog, met hun jonge stemmen. We hebben niet getornd aan de oorspronkelijke toonsoorten en tegelijk gebruiken onze zangers hun eigen karakteristieke stem. Die combinatie maakt het, vind ik, zo geslaagd. Alleen ‘She's leaving home'/ ‘Weg van hoès' is een kleine terts lager gestemd." (...)

(...) Vandaag komen alle lijntjes bij elkaar. De podiumcommissie ontvouwt een plan voor de aankleding en de choreografie per nummer. Tijdens het circusnummer van ‘Mr. Kite' treden vuurspuwers en acrobaten op. Indiase danseressen begeleiden zanger Arno Adams als hij ‘Within You Without You'/ ‘Deep in dich, deep oét dich' vertolkt. (...)

(...) Spannend wordt het als de samples van ‘A day in a life' voor het eerst worden gemengd met de live uitvoering van de Paeperband. Het fragment waarin George Martin een 45-koppig orkest opzweepte tot een kakofonische orgie in amper vijfentwintig tellen is historisch geworden. Na enkele haperingen stromen de eerste lage tonen helder uit de speakers. De slaggitarist telt hardop mee. Precies op de vijfentwintigste maat de climax. In de oorverdovende stilte die volgt slaat Collie Franssen voorzichtig de pianotoetsen aan.

De oude bard Sjraar Peetjens laat horen dat hij ondanks zijn verkoudheid een ontroerend ‘When I'm Sixty Four' kan zingen: „Bliefse nog beej mich, helse nog van mich, as ik veer en tachtig bin". Vroeger vertolkte hij met zijn lyrische tenor alle bekende Venlose carnavalsschlagers. Op zijn verzoek is ‘64' veranderd in ‘84'; eind dit jaar hoopt hij zelf die leeftijd te bereiken. Met zijn hoge, soepele stem zingt hij zijn vrouw Ria verliefd toe. Zijn magere armen maken precies de goede, smachtende gebaren. En zij lispelt elk woord mee. (...)

De gehele reportage is na te lezen op www.nrc.nl/kunst. Daarop is ook de Venlose versie van Lucy In The Sky With Diamonds, Lucy In The Loch Vol Druime te beluisteren. Op www.paeper.nl is alle informatie te vinden over de cd Serzjant Paepers Oeits Haos Sterre Band en het optreden op 3 augustus op het Zomerparkfeest in Venlo.